Nog een keer braakballen uitpluizen

Enkele weken geleden schreef ik al een blog over het uitpluizen van braakballen in het kader van de IVN natuurgidsen opleiding. Ik vermeldde toen ook al dat ik het ook nog een keer met mijn eigen kinderen zou gaan doen. En een paar dagen geleden was het heel onverwacht zover.

De uilen van Empeldonk

Het was carnaval in het zuiden, dus tijd voor hele andere activiteiten. Met het hele gezin, mijn vader en twee nichtjes hebben we gefeest bij het kindermatinee in het dorp. Ik heb geen moment aan de braakballen gedacht, hoewel er toch wel een heel voor de hand liggende link was. De carnavalsvereniging van ons dorp heet namelijk ‘De uilen van Empeldonk’, genoemd naar de uilen die vroeger in de knotwilgen woonden bij de Empeldonk. Of er tegenwoordig ook nog uilen in het gebied voorkomen, daar zullen we dit jaar achter komen, want de Empeldonk maakt deel uit van het gebied dat we voor de IVN natuurgidsen opleiding onderzoeken. Ik zag de hele samenhang niet en keek toe hoe mijn kinderen de polonaise dansten. 

Na het kindermatinee hadden we nog enkele uren te doden tot het avondeten. Mijn zoon stelde voor om ‘uilenballen te pluizen’. Ik wilde hem afwimpelen, want ik dacht niet dat zijn nichtjes dat leuk zouden vinden, maar ook zij waren direct enthousiast. Dus heb ik snel de spullen bij elkaar gezocht en een kwartiertje later zaten vijf kinderen rond de tafel, met hun carnavalskleren aan en een braakbal voor hun neus.

'Uilenballen pluizen' in indianenkostuum.
‘Uilenballen pluizen’ in indianenkostuum.
Braakballen uitpluizen met kinderen

Tijdens de opleiding kregen we twee braakballen en daar konden we ons een hele avond mee vermaken. Alle botjes werden minutieus bekeken en apart gelegd in een poging de herkomst te achterhalen. Bij kinderen gaat dat anders. In recordtijd wordt de braakbal verscheurd. Het meeste materiaal wordt direct terzijde geschoven en alleen de schedeltjes zijn stoer genoeg voor een nadere inspectie. Met een beetje uitleg erbij kwamen ze er achter dat er verschillende soorten muizen zijn en dat je aan die schedeltjes kan zien wat voor muis de uil heeft gegeten. Al snel konden ze zelfstandig de spitsmuizen herkennen, met de langgerekte schedels en de spitse tandjes. En met een beetje hulp en een loep konden ze ook het verschil zien tussen de tanden van de woelmuizen en de ware muizen.

Gelukkig had ik voldoende braakballen gekregen, want één braakbal is echt niet voldoende voor kinderen. Als ze eenmaal de smaak te pakken hebben willen ze al snel meer schedeltjes en onderkaken vinden.

Het werd echt interessant toen ik een zakje open trok met braakballen van een andere soort uil. Tot nu toe hadden ze de braakballen van steenuilen onder handen genomen, maar nu had ik voor ieder nog een braakbal van een ransuil. De kinderen merkten tot hun verrassing dat deze heel anders was. De braakbal van de ransuil bevat veel meer haar en is een stuk compacter dan die van de steenuil. Het was leuk om die gewaarwording te zien bij de kinderen.

Naarstig op zoek naar het volgende schedeltje.
Naarstig op zoek naar het volgende schedeltje.
Bottenpotjes

Natuurlijk vindt niet iedereen het even interessant, en heeft niet iedereen dezelfde aandachtsspanne. De jongste was er als eerste klaar mee. Ze is nu bijna vier jaar oud, dus begrijpt ze nog niet echt waar ze mee bezig was. Maar de oudere kinderen hielden het lang vol en ik weet zeker dat ze iets hebben geleerd over uilen en over muizen. Het was dus een heel gezellige en leerzame activiteit.

En aan het einde kreeg iedereen een potje om de gevonden schedeltjes in te bewaren. De nichtjes waren helemaal gelukkig met hun ‘bottenpotjes’. Ik vraag me af of hun moeder ook zo enthousiast is.

Geef een reactie