Deze week heb ik een drukke IVN-week, met een lezing over waterdieren, een wandeling over waterdieren, een praktijkles van de natuurgidsen opleiding (NGO) en een theorieles van de NGO. Tussendoor probeer ik hier ook nog het één en ander over te schrijven. Ik zal maar gewoon bij het begin beginnen en dat is met de theorieles van afgelopen dinsdag. Het onderwerp van deze les was sporenplanten.
Tijdens de vorige lesavond hadden we hier al een begin mee gemaakt, toen we het over mossen hadden. Dat onderwerp hebben we deze les afgerond en daarna gingen we naadloos verder met de andere sporenplanten, namelijk varens, wolfsklauwen en paardenstaarten.
Cryptogamen
Sporenplanten worden ook wel cryptogamen genoemd. Dit is een samentrekking van de oud-Griekse woorden kryptos (geheim) en gamein (huwen), met andere woorden: planten die zich op een verborgen manier voortplanten. Ze hebben deze naam gekregen omdat de mensen vroeger niet begrepen hoe deze planten zich vermeerderden. Dus werd er gedacht dat ze het wel in het geheim zouden doen, als de mensen niet keken.
Het is overigens niet zo dat we het tegenwoordig wel helemaal begrijpen. In 2012 stond er nog een publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Nature met nieuwe inzichten over de geslachtelijke voortplanting van mossen. Het blijkt dat de bloemen van mossen gebruik maken van feromonen om springstaarten (minuscule beestjes) te lokken, welke vervolgens helpen bij de bevruchting. Het zou dus ijdelheid zijn om te denken dat we nu wel alles weten van deze cryptische groep planten.
Sporen
Het gaat te ver om letterlijk te herhalen wat we tijdens de les allemaal hebben geleerd, maar ik wil wel even een paar bijzonderheden over sporen delen.
Het grote verschil tussen sporenplanten en andere planten is dat ze sporen produceren (duh…) in plaats van zaden. Nu denk je misschien: andere naam, zelfde beestje, maar dat is dus helemaal niet zo. Als we een vergelijking trekken met mensen dan wordt het verschil wel duidelijk.
We beginnen bij zaden. Als je goed kijkt naar een zaadje, dan zie je dat daar alles in zit om een volledige plant te worden. Je hebt de kiem, dat is de plantaardige variant van een embryo. Verder bestaat een zaadje uit de zaadlob(ben), die dienen als reservevoedsel.
Als we dit nu vergelijken met een spore, dan is dat niets meer dan een enkele spermacel of eicel. Bij mensen kan een enkele spermacel alleen niets worden. Eerst moeten de spermacel en de eicel bij elkaar komen voordat ze kunnen uitgroeien tot een nieuw mens. Bij sporen ligt dit anders. Als we kijken naar de sporen van mossen, dan heeft iedere spore de potentie om uit te groeien tot een volledig plantje, zonder dat er bevruchting plaats heeft gevonden. De mosplantjes die wij kennen zijn veelal op deze manier ontstaan. Deze aparte manier van voortplanten is voor ons nauwelijks voor te stellen. Vandaar dat sporenplanten dus ook de naam cryptogamen dragen.
Het topje van de ijsberg
Er is nog veel meer te vertellen over sporenplanten en hun bijzonderheden. Meer dan ik in één stukje kan vertellen. Meer, veel meer, dan ik op dit moment weet. Dus misschien dat ik hier in de toekomst nog eens een paar artikelen aan kan wijden.