Hoe houd je een groep natuurgidsen-in-spe een kwartier lang bezig? Geef ze een halve aardappel en een halve ui! Nee, geen grapje, dat was letterlijk wat er gebeurde tijdens de Natuurgidsenopleiding (NGO) van afgelopen dinsdag. Het klinkt misschien erg duf, want bijna iedereen kan de binnenkant van een ui en en een aardappel wel voor de geest halen. En waar er bij de ui nog iets van structuur en variatie bestaat, is een doorgesneden aardappel wel het meest saaie voorwerp denkbaar om te bekijken. Het enige dat je ziet is zetmeel.
Goed, maar waar dient die zetmeel voor?
Om op te eten…
Nee, wat is de functie van het zetmeel voor de plant?
Ehm, reservevoedsel voor de ontwikkeling van de plant?
Juist, en waarom moet dat voedsel worden opgeslagen?
…Om de winter te overleven.
Kijk nu komen we ergens, namelijk bij het thema van de avond: Het overwinteren van planten.
Hoe overwinteren planten?
Het plantenrijk is zeer divers, het is dan ook logisch dat iedere plant een eigen manier heeft gevonden om de koude winter te overleven. Nagenoeg alle planten vormen zaad om zich voort te planten, maar voor sommige planten is dit ook direct de enige manier om de winter te overleven. Dit geldt voor alle éénjarig planten, denk hierbij bijvoorbeeld aan de korenbloem en de klaproos. Daarnaast heb je een groep planten die onder de grond overleeft. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld als bol, wortelstok, wortelknol of stengelknol. Enkele van dit soort planten zijn de bosanemoon, krokus en speenkruid, maar ook de aardappel en de ui behoren tot deze groep. De volgende groep overwintert net boven of onder de grond. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een paardenbloem, die in de winter alleen bestaat uit een rozet van bladeren net boven de grond. Voor de volgende groep gaan we weer iets hoger, dit zijn de struikachtige planten. Deze overwinteren met hun knoppen tot ongeveer vijftig centimeter boven de grond. En de laatste groep zijn de bomen. Deze hebben hun overwinteringsknoppen nog hoger zitten.
Het blijft bijzonder dat het leven op aarde zich heeft geëvolueerd in zoveel verschillende richtingen. Iedere plant heeft zich op zijn geheel eigen wijze aangepast aan ons klimaat.
Determineren van knoppen
Na de pauze gingen we weer aan de slag met het determineren van bomen aan de hand van de knoppen. Onze leraar vind het belangrijk dat we meerdere manieren ontwikkelen om bomen te kunnen herkennen. Alleen de bladeren zijn niet voldoende, want dan loop je in de winter helemaal vast. Daarom leren we ook andere manieren om bomen te determineren en één daarvan is aan de hand van de knoppen. Enkele lessen geleden viel me dit behoorlijk tegen. De knoppen waren nauwelijks uit elkaar te houden en de termen in de tabel waren niet te begrijpen. Nu merkte ik dat het me al een heel stuk gemakkelijker af ging. Ik had wel geluk dat ik samen mocht werken met een bomenguru. Hij herkende de meeste takken al als hij ze in zijn handen kreeg, waardoor we wisten waar we op moesten letten. Maar zelfs als we enkel naar de knoppen keken lukte het steeds gemakkelijker om de verschillen te vinden en de takken te determineren. Ik heb ook het idee dat ik steeds meer handigheid krijg in het determineren via een tabel. Het is een manier van werken waar je even aan moet wennen.
Bruggetjes maken
Aan het einde van de les kregen we weer huiswerk mee. De hint die we kregen was dat het een bruggetje is naar de volgende lessen, die zullen gaan over het overwinteren van dieren. Wat het huiswerk deze keer is lees je in een volgende blog.