Zoals ik in mijn vorige blog al vertelde, hebben we tijdens de laatste les van de IVN Natuurgidsen opleiding huiswerk meegekregen. Aan het einde van de les graaide de leraar uit een boterhamzakje een hand vol bruine, houtachtige voorwerpen en gooide er voor iedereen een paar op tafel. De opdracht was simpel: Wat is dit? Na de lezing over plantengallen van afgelopen september was het antwoord net zo simpel als de vraag: Het is een knoppergal.
Hoewel dit ongetwijfeld het juiste antwoord op de vraag is, is het ook een saai antwoord, dat meer vragen oproept dan het beantwoordt.
Wat is een gal?
Volgens het gallenboek van W.M. Docters van Leeuwen zijn gallen abnormale uitgroeiingen op planten die onder invloed van andere organismen zijn ontstaan. Opnieuw zo’n saai antwoord, maar er zit wel iets heel bijzonders verborgen in deze wetenschappelijke definitie. Een gal is namelijk een vergroeiing van de plant zelf. Het is niet een cocon of eikapsel dat door een insect is gemaakt, of een schimmel die op de buitenkant van een plant groeit, maar echt een stukje van de plant zelf dat op een abnormale manier is gegroeid. Meestal is de gal een reactie op een biochemische prikkel van de paraciet.
Zo zijn er galwespen waarbij het eileggende vrouwtje de vorming van de gal in gang zet door een chemisch stofje af te scheiden met haar legboor. Als het ei is uitgekomen gaat de larve verder met het werk, door zelf stoffen aan te maken die de galvorming verder stimuleren.
Galwespen zijn vrij bekende veroorzakers van gallen, maar er zijn veel meer organismen die gallen veroorzaken. Zo heb je bacteriën, schimmels, galmijten, galmuggen, aaltjes, vliegen, kevers en nog veel meer organismen die allemaal bekend staan als galvormers. De knoppergal wordt echter veroorzaakt door een galwesp.
De Knoppergal
Bij het woord wesp denk je al direct aan grote geel/zwart gestreepte insecten die met hun gevaarlijke angel zwaaien. Galwespen zijn echter vaak kleine onopvallende insecten. De knoppergalwesp is maar een paar millimeter groot, met een donkerbruin tot zwart lichaam. Het is een onbeduidend insect dat je gemakkelijk over het hoofd ziet, dit in tegenstelling tot de grote gal die ze veroorzaakt.
De knoppergalwesp leg een eitje op de zomereik, tussen de eikel en het eikeldopje. Daar begint de gal te groeien. Soms wordt een deel van de eikel overwoekerd door de gal, maar vaak is de eikel helemaal overgroeit. In het begin is de gal kleverig en groen, maar later wordt ze droog en bruin. Als het herfst wordt valt de gal, samen met de gewone eikels, van de boom.
Levenscyclus van de knoppergalwesp
In de lente kruipt de volwassen wesp uit de knoppergal. Dit zijn allemaal vrouwtjes. Deze wespen gaan nu op zoek naar een moseik en vervolgens leggen ze een eitje in de meeldraden van deze eik. Hier komt geen man aan te pas. Op de meeldraden wordt ook een gal gevormd, maar dit is een kleine onopvallende gal. De generatie die hier uit voortkomt heeft zowel vrouwen als mannen. Deze generatie gaat vervolgens weer op zoek naar een zomereik, waar ze zich geslachtelijk voortplanten en de vrouwtjes een eitje leggen tussen de eikel en het eikeldopje. En zo is de cyclus weer rond.
Hoe bijzonder is het dat één insect jaarlijks twee generaties heeft die beide zo verschillend leven? Een generatie die bestaat uit enkel vrouwtjes, die zichzelf maagdelijk voortplanten en een generatie van hetzelfde insect, dat bestaat uit mannetje en vrouwtjes die ‘gewoon’ paren om voor nageslacht te zorgen. En hoe weten ze nu welke boom ze moeten hebben? En op welke plek in die boom ze precies hun eitjes moeten leggen? De natuur blijft me altijd verbazen en verwonderen.
Geen voldoening
Hoewel mijn huiswerk feitelijk al klaar was door de vraag van mijn leraar te kunnen beantwoorden, gaf het antwoord geen voldoening. Bovendien was het antwoord verre van compleet. Pas als je verder gaat kijken leer je hoe bijzonder die gal en zijn veroorzaker eigenlijk zijn. Zelfs nu kan ik nog niet zeggen dat ik helemaal tevreden ben. Zo is de moseik geen inheemse plant. De moseik komt van oorsprong uit Zuid-Europa en Klein-Azië. Hij is ongeveer honderd jaar geleden in Nederland ingevoerd als aanplanting in parken en lanen. Dat betekent dat de knoppergalwesp eigenlijk een exoot is. Ik had graag willen weten wanneer de eerste knoppergallen dan in Nederland zijn waargenomen, maar dat heb ik nergens kunnen achterhalen. Zo blijft er altijd meer te leren.
een vriend met groene hersenen determineerde het fenomeen op onze zomereik: knoppergalwesp. en toen wilden we meer weten. hier vond ik wat ik zocht: verhaal, verklaring, verwondering. dank je wel!
Wat leuk om te horen. Dank je voor je reactie!
Groeten,
Bjorn van Lieshout
Lees overal dat 1 generatie die moseik nodig heeft. In heel Oss is geen moseik te vinden,toch staan er heel veel Eiken met Knoppergallen. Hoe kan dat?
Hoi Jan,
Als er geen moseik aanwezig is nemen ze ook genoegen met de kurkeik heb ik wel eens gelezen.
m.v.g.
Bjorn van Lieshout