Paddenstoelen hebben vaak heel toepasselijke namen. De echte kopergroenzwam is ook echt kopergroen van kleur, de judasoor ziet eruit als een oor aan een tak en als je ooit een melksteelmycena hebt geplukt weet je ook waar die naam vandaan komt. Er is echter geen enkele paddenstoel met zo’n passende naam als de grote stinkzwam.
What’s in a name?
zowel de Nederlandse naam als de wetenschappelijke naam slaan de spijker op de kop. Zoals de naam al doet vermoeden verspreidt de grote stinkzwam een onaangename geur. Ik zou het willen omschrijven als een aasgeur vermengd met een vleugje uitwerpselen. En dat is niet een flauw geurtje dat je alleen ruikt wanneer je met je neus boven de zwam hangt. Nee, het is een penetrante geur die je in een straal van meer dan tien meter rond de paddenstoel duidelijk kan ruiken. De geur is zo kenmerkend dat je hem kan determineren zonder hem te zien.
De Nederlandse naam is al niet erg lovend, maar de wetenschappelijke naam is zo mogelijk nog erger; Deze luidt Phallus impudicus, wat letterlijk vertaald ‘onbeschofte penis’ betekent. Dit slaat niet op de geur, maar op de vorm van de zwam. Er is niet veel fantasie voor nodig om hierin een mannelijk geslachtsdeel te herkennen. En dan niet zomaar een penis, maar één in (onbeschofte) opgewonden toestand.
Het zit de grote stinkzwam niet mee wat zijn naam betreft, maar daar houden de problemen nog niet op.
De ontwikkeling van de grote stinkzwam
De grote stinkzwam behoort tot de groep van de buikzwammen. De meeste buikzwammen hebben geen steel en hoed, maar bestaan uit een eivormige zak. De sporen vormen zich binnen in deze zak, dus in de buik van de zwam. Als de sporen rijp zijn breekt de zak vaak open, waarna de sporen naar buiten worden geblazen.
De grote stinkzwam begint ook als zo’n ‘sporenzak’. Door de lichte kleur en de ronde vorm lijkt het op een ei. Deze sporenzakken groeien heel snel, vaak van de ene op de andere dag. Omdat de mensen vroeger niet begrepen waar deze buikzwammen ineens vandaan kwamen werden ze duivelseieren of hekseneieren genoemd. Het zit de grote stinkzwam niet mee qua naamgeving.
In tegenstelling tot veel andere buikzwammen, die open barsten en hun sporen aan de genade van de wind overleveren, gebruikt de grote stinkzwam een andere manier om zijn sporen te verspreiden. De sporen ontwikkelen zich binnen in het duivelsei. Als ze rijp zijn begint de steel te groeien en breekt uit de sporenzak. Aan de top van de steel zit een olijfgroene, kleverige massa met sporen, ook wel de gleba genoemd. Het is deze sporenmassa die de kenmerkende geur veroorzaakt. Nu wordt ook het nut van de aasgeur duidelijk, want de geur trekt honderden vliegen en aaskevers aan die zich tegoed doen aan de gleba. Op deze manier verspreidt de paddenstoel zijn sporen. De insecten eten de kleverige massa op en via de uitwerpselen komen de sporen op andere plaatsen terecht.
Een vulgaire paddenstoel?
De geur, de namen, de vorm, de verspreiding van de sporen; alles aan de grote stinkzwam is smerig. Het lijkt of deze paddenstoel niets goed kan doen. Dat is natuurlijk niet waar. De grote stinkzwam is een nuttige paddenstoel met een belangrijke functie in de nutriëntenkringloop. Hij breekt dood materiaal af zodat de voedingsstoffen weer gebruikt kunnen worden door andere organismen. Hiermee vervult hij een belangrijke functie in het ecosysteem.
Misschien moeten we dus iets meer ontzag hebben voor deze vuilnisman, met zijn stoere, mannelijke voorkomen.
Pingback: Grote stinkzwam - Wilde natuur in Mechelen