NGO: Braakballen uitpluizen

Enige weken geleden kregen we te horen dat we voor de les van deze week een loep en plastic handschoenen mee moesten nemen, want we gingen braakballen uitpluizen. Lang geleden heb ik dit ook al eens gedaan en dat was voor mij een natuurmoment dat me altijd is bijgebleven. Ik was daarom erg blij dat ik dit nog eens mocht herhalen, maar nu met meer kennis van de natuur.

Wat zijn braakballen?

De meeste mensen zullen wel weten dat uilen braakballen produceren. Uilen eten hun vangst met huid en haar op, maar een groot deel van de prooi kunnen ze niet verteren. Prooiresten als haren, botten en nagels worden in een aparte maag verzameld, dit is de spiermaag. Hier worden de onverteerbare resten tot een bal gekneed, welke vervolgend wordt uitgespuugd. Meestal zijn deze braakballen ovaal met een grijsbruine kleur. De inhoud van braakballen geeft een goed inzicht in het eetpatroon van uilen, daarom worden ze regelmatig ingezet bij onderzoek naar uilen.

Medestudenten bezig met het uitpluizen van de braakballen.
Medestudenten bezig met het uitpluizen van de braakballen.

Niet alleen uilen, maar ook andere vogelsoorten produceren braakballen. Alle roofvogels* produceren braakballen, maar het maagzuur van deze vogels is een stuk sterker dan dat van uilen, waardoor de meeste botten verteren. Wat dan nog overblijft is een bal met haar. Daarnaast maken ook kraaiachtigen, meeuwen, reigers en zelfs ijsvogels braakballen.

*Voor het geval mijn leraar meeleest moet ik er even bij vermelden dat de officiële term niet ‘roofvogels’ is, maar ‘stootvogels’. Als ik dit er niet bij schrijf krijg ik vast een onvoldoende.

Het uitpluizen van een braakbal

Tijdens de les kregen we twee verschillende braakballen voorgeschoteld, één van een ransuil en één van een kerkuil. Nu denk je misschien dat die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn, maar eigenlijk valt dat heel erg mee. Natuurlijk zijn het beide harige ballen gevuld met botten, maar toch zijn er ook verschillen. De braakbal van de kerkuil is donkerder en een stuk compacter.

Braakballen van ransuil en kerkuil.
Braakballen van ransuil en kerkuil.

Het klinkt misschien een beetje lugubere vergelijking, maar het uitpluizen van een braakbal is net als grabbelen in een grabbelton. Je gaat op zoektocht tussen te haren om te kijken wat voor sporen je allemaal kan vinden. Schildjes van kevers, botten van muizen en als je geluk hebt een stukje onderkaak, of een deel van een schedel. Dan kun je aan de slag met je determinatietabel om uit te vogelen wat voor soort muizen allemaal te prooi zijn gevallen aan deze uil, want muizenresten zijn het eenvoudigst te identificeren aan de hand van hun tanden.

Botresten van verschillende muizen.
Botresten van verschillende muizen.

Ik moet bekennen dat het determineren zelfs met een tabel erbij niet meevalt. de resten zijn tot op groepsniveau zijn vrij gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. Dan weet je of de resten behoren tot de spitsmuizen, woelmuizen of echte muizen. Dan wordt het een stuk lastiger. Binnen de groep woelmuizen zijn de verschillen tussen de tanden van bijvoorbeeld de aardmuis en de veldmuis zijn zo klein dat het voor een ongetraind persoon nauwelijks te determineren is.

Dit muisje krijgt nog een staartje

Ik ben blij dat we deze les op dit moment hebben gehad en dat ik weer wat nieuwe kennis heb opgedaan, want binnenkort ga ik nog een keer met braakballen aan de slag. Een van de medecursisten heeft voor mij namelijk een aantal braakballen geregeld van de steenuil en de ransuil. Dus kan ik samen met mijn eigen kinderen ook een keer uilenballen gaan uitpluizen. Misschien wordt dat voor hen ook zo’n moment dat ze zich nog lang zullen herinneren.

Natuurlijk zal ik als het zover is, daarover ook een blogje schrijven.

Geef een reactie